Teade Walma kijkt er met verwondering naar terug; zijn eerste ontmoeting met Boutaina, nu ruim een jaar geleden. Hij – gepensioneerde man opgegroeid in een protestants arbeidersgezin in Friesland – gaat als taalmentor een Marokkaans meisje van elf helpen met de Nederlandse taal. De verschillen tussen hen hadden niet groter kunnen zijn. En toch was daar bij het eerste contact meteen die emotionele verbinding, die klik, dat gevoel van: we snappen elkaar.
Het taalmentorschap is voor Teade een mooie manier om even uit zijn academische bubbel te ontsnappen. “In mijn eigen vrienden- en kennissenkring zitten voornamelijk Nederlandse mensen. Hoog opgeleid, een goede baan. Dat ging me op den duur vervelen. Ik wil graag ook andere geluiden horen en nieuwe culturen leren kennen. Mentor zijn voor Taal doet Meer gaat bij mij verder dan alleen maar kennisoverdracht. Je wordt een beetje onderdeel van het leven van je pupil.”
“Vanaf de eerste ontmoeting was er meteen een klik”
Zo leert hij onder anderen de levens kennen van twee Syrische vluchtelingen. Boutaina is het eerste kind dat hij gaat begeleiden. “Dat was voor mij geen grote overgang. Ik heb jarenlang in het basisonderwijs gewerkt en was op de hoogte van de methodiek.”
Toch wacht hem met het mentorschap van dit 11-jarige meisje een uitdaging. Boutaina was bijna twee jaar toen ze vanuit Marokko naar Nederland migreerde. Ze beleefde een woelige tijd. Ze verhuisde van Kanaleneiland naar Overvecht. Daarnaast veranderde ze door gebrekkig onderwijs ook nog eens twee keer van school.
Boutaina: “Ik heb op scholen gezeten waar niet veel klasgenoten de taal goed konden spreken. Zelf merkte ik wel dat klasgenoten mij niet altijd begrepen. Ik had er moeite mee om langere zinnen te maken. Ook begreep ik niet alle woorden. Tijdens de les had ik vooral problemen met begrijpend lezen en dictee. Mijn ouders kregen veel te laat van de school te horen dat ik een taalachterstand van twee jaar had. Pas toen ik in groep 6 zat hebben ze Taal doet Meer ingeschakeld.”
“Ik merkte dat klasgenoten mij niet altijd begrepen”
Zo belandt Teade samen met coördinator Sonja op de bank van de familie van Boutaina. De bedoeling was om in anderhalf uur kennis te maken. Teade: “We vertrokken pas weer na drie uur. Ik merkte vrij snel dat er een klik was: met Boutaina, maar ook met haar vader, moeder en broertje. We zijn een spel gaan spelen waarin je vragen over je zelf moest beantwoorden. Iedereen deed mee. Het viel me toen al op hoe open en ruimdenkend deze familie is.”
Teade voelt zich vanaf het begin onderdeel van de familie. Ook met Boutaina is er meteen een klik. “Eerst gaan we drie kwartier serieus aan de slag met dictee, Nieuwsbegrip, het maken van samenvattingen. Ik ben dan niet alleen de strenge leraar, we vinden het juist leuk om elkaar af en toe voor de gek te houden.
Boutaina: “Ik zei een keer dat ik zijn les maar niks vond. Dat was natuurlijk een grap.” Teade: “Het is leuk om ook op die manier met taal te spelen. Taal is meer dan regels en grammatica. Het gaat ook om wat er achter die woorden en zinnen ligt. Elkaar begrijpen en aanvoelen, non-verbale signalen opvangen. Boutaina is daar heel bedreven in.”
“We vinden het leuk om elkaar af en toe voor de gek te houden”
In de pauze is het tijd voor thee en koekjes. “Dan heb ik ook met de ouders van Boutaina boeiende gesprekken over van alles en nog wat: hun vakanties naar Marokko, werk, maar ook cultuurverschillen. We kunnen over alles vrijuit praten. Er zijn geen belemmeringen.”
Als taalmentor krijgt hij een uniek inkijkje in een gezinsleven dat op het eerste gezicht veel verschilt met zijn eigen leven. “Van dichtbij zie ik hoe druk de moeder van Boutaina bezig is met de voorbereidingen voor Ramadan. Ik zie de afweging die Boutaina en haar broertje met hun ouders maken om wel of niet aan vasten mee te doen. En ik zie de gezelligheid en het familiegevoel dat de Ramadan oproept.
“Ondanks de verschillen zijn er ook veel raakvlakken met mijn eigen religieuze achtergrond. Als actief protestant doe ik ook aan vasten. Het hebben van een religie, hoewel verschillend, schept toch een band.”
“Ik maak nu makkelijker contact met klasgenoten”
Boutaina krijgt ruim een jaar lang minimaal anderhalf uur per week begeleiding van Teade. Dit harde werk betaalt zich uit op meerdere vlakken. Allereerst is dat terug te zien in de schoolresultaten. Taal is geen barrière meer om haar lessen op de middelbare school te kunnen volgen.
“Ik maak ook makkelijker contact met klasgenoten. Ik ben er zelfverzekerder door geworden.” Later, als ze gaat werken, zal ze ook veel profijt hebben van al die uren die ze met Teade achter de boeken heeft doorgebracht. Dierenarts wil ze worden, of psycholoog. “Ik heb in groep acht een keer een jongetje, dat gepest werd, geholpen door met hem te praten.” Over de kracht van taal gesproken.
* Geschreven door: Martijn van der Donk
**Dit verhaal dateert van november 2022. Inmiddels is Teade coördinator voor het project ‘DoorleesExpress’
Wil je net als Teade bijdragen aan het zelfvertrouwen, de toekomstkansen en positie van kinderen (en volwassenen) in de Utrechtse samenleving? Word ook vrijwilliger bij Taal Doet meer! Als coach, mentor of coördinator help je mensen sterker te staan in onze mooie stad. Voor meer info, check onze vacatures.