Emiel is freelance vormgever en illustrator in Utrecht. Toen hij een paar jaar geleden de behoefte kreeg om meer met zingeving bezig te zijn, was zijn eerste ambitie om als zij-instromer de Pabo te gaan doen. Dat bleek zo’n moeizaam traject dat hij besloot om dan maar vrijwilligerswerk te gaan doen. Hij ontdekte Taal Doet Meer en geeft nu al ruim 3 jaar met heel veel plezier taalles in Leidsche Rijn.
Emiel Geerdink deed ooit de opleiding Leraar Tekenen maar is daarna eigenlijk zijn hele leven zelfstandig ontwerper en illustrator geworden. Video’s, logo’s of cartoons, hij draait er zijn hand niet voor om. Toch begon er vlak voor de Corona-periode iets te kriebelen. “Hoe leuk mijn werk ook is, soms miste ik wel de maatschappelijke relevantie. Een overstap naar leerkracht voor groep 7/8 dat leek mij wel wat. Maar deed bleek door alle regels zo’n rompslomp dat mijn plan als een natte krant op de grond viel. Gelukkig kwam Taal doet meer toen op mijn pad. En daar heb ik geen seconde spijt van gehad.”
Waarom Taal Doet Meer? Dat is een makkelijke vraag voor Emiel. “Ik ben een lezer, vond Nederlands altijd al interessant en als cartoonist ben je eigenlijk ook altijd bezig om met taal grapjes te maken. Juist de niet letterlijke betekenissen van taal vind ik boeiend. Metaforen of spreekwoorden. Iemand bij de neus nemen bijvoorbeeld, dat is heel leuk om daar in de les iets mee te doen.”
“Ik heb geen seconde spijt gehad van mijn aanmelding als taalvrijwilliger”
Zomaar voor een klasje gaan staan, dat werkt natuurlijk niet. Emiel over hoe hij werd voorbereid en welke ondersteuning hij kreeg van Taal Doet Meer: “Gedurende drie dagdelen krijg je een soort mini-stoomcursus. Daar komt van alles aan bod. Allerlei leertechnieken, verschillende lesmaterialen en kleine trucjes die je kan gebruiken. Hoe bouw je een les op? Welke onderwerpen zijn belangrijk? Maar het gaat ook over andere zaken. Leerlingen kunnen zich namelijk aan je gaan hechten. Soms word je zelf thuis bij hen uitgenodigd voor het Suikerfeest of zo. Superleuk, maar het is belangrijk dat je vooraf zelf bepaalt wat je grenzen zijn en hoever je in het contact wil gaan. Vervolgens krijg je een voorstel voor een locatie. Als je daarmee akkoord gaat dan volgt er een intake met een coördinator. Nou ja, en dan kan je eigenlijk aan de slag. Ik geef een keer per week twee uur les.”
Als ik Emiel vraag om over zijn groep iets te vertellen, beginnen zijn ogen gelijk te glimmen van plezier. Vraag twee die ik wilde stellen – of hij geniet van wat hij doet – is daarmee zonder woorden al beantwoord. “Mijn groep is heel gevarieerd. Een jonge Turkse man, maar ook twee Chinese dames. In het begin is het natuurlijk even aftasten. Is iemand analfabeet of heeft ie gestudeerd? Sommige mensen kunnen wel Engels en anderen niet. Mijn ervaring is dat iedereen eigenlijk heel gemotiveerd is, ook al is hun achtergrond totaal anders. Wat willen jullie leren?, is meestal de hele simpele vraag waar ik mee begin. Als ik dat weet dan heb ik namelijk gelijk beet. Ik laat ze ook heel vaak dingen aan elkaar uitleggen, dat zorgt ervoor dat ze ook als groep naar elkaar toegroeien.”
“Ik leer zelf ook weer dingen van andere culturen”
Wat Emiel vooral aanspreekt is dat je bij Taal Doet Meer alle ruimte krijgt om je les zelf in te vullen en vorm te geven. Er is heel veel bestaand lesmateriaal waar je gebruik van kan maken, maar als je zelf een ander leuk idee hebt, dan ben je vrij om daarmee aan de slag te gaan. “Zo heb ik met mijn groep samen een kookboek gemaakt. Iedereen mocht een recept bedenken uit zijn of haar land. En dan was het de kunst om uit te leggen aan de rest, in het Nederlands natuurlijk, hoe je dat gerecht moet maken. Daarbij leer ik zelf ook weer dingen van andere culturen. Aan een Marokkaanse vrouw vroeg ik hoeveel couscous ik nodig had. Dat vond ze een hele vreemde vraag. Hoeveel? Zij zorgt gewoon dat er altijd genoeg is, ook voor mensen die opeens langskomen. Precies genoeg maken dat is wel echt heel Hollands haha.”
Heel leuk zo’n speelse vorm, maar kan je ook nog wat voorbeelden geven over lessen die wat meer taaltechnisch zijn? “Natuurlijk, soms besteed ik een hele les aan het verschil tussen de woorden voor, op en naar. Iets wat ook regelmatig terugkeert is dat ik iemand een vraag stel over iets en dat ik die vraag dan in drie stapjes steeds moeilijker maak. Hele praktische dingen komen uiteraard ook aan bod. Hoe schrijf je een email. Of wanneer gebruik je ‘lieve’ als aanhef en wanneer ‘beste’. Als ik merk dat mensen graag door willen praten over iets of dat er een leuk groepsgesprek ontstaat dan laat ik ze lekker doorkletsen. Actualiteiten zijn ook een mooie aanleiding, Koningsdag bijvoorbeeld of de verkiezingen of het Suikerfeest.’
“Ik ga na elke les met een berg energie naar huis”
Wat heeft het jou gebracht en waarom geeft het jou zoveel lol en voldoening? Daar hoeft Emiel niet lang over na te denken. “Ten eerste heeft het mij ook uit mijn bubbel gehaald. Ik kom in contact met mensen en culturen die ik anders nooit zo zou tegenkomen. Wat ik ook zo mooi vind is dat ze allemaal zo gemotiveerd zijn en het zo graag willen. Iedereen helpt elkaar en ze hebben ook echt allemaal op hun eigen manier humor. Er wordt een hoop gelachen in de les. Iedereen neemt afwisselend iets lekkers mee voor de koffie. En aan het eind van het jaar krijg ik altijd een leuke attentie van ze. Daar kan geen beloning tegenop hoor. Ik ga echt na elke les met een berg energie naar huis. En weet je wanneer mijn dag echt geslaagd is? Als iemand mij met een woordgrapje aan het lachen brengt. Zoiets is voor mij wel de kers op de taart.”
* Dit verhaal is geschreven door Sikko Gerkema, freelance tekstschrijver
Wil je net als Emiel bijdragen aan het zelfvertrouwen, de toekomstkansen en positie van Utrechters? Word ook taalvrijwilliger bij Taal Doet meer! Als coach, mentor of coördinator help je mensen sterker te staan in onze mooie stad. Voor meer info, check onze vacatures.