De Taalcafés van Taal Doet Meer zijn weer volop in bedrijf na een lastige corona-periode. In Leidsche Rijn staat Nel van Harten aan het roer als coördinator. Zij zorgt met haar enthousiasme voor volle tafels in het café. Een plek om te leren en om te ontmoeten.
Nel (67) had eigenlijk nog nooit van een Taalcafé gehoord. “Ik heb ook niks met taal, ik ben een enorme flapuit. Kan ook lekker Utregs praten maar ook ABN. Eigenlijk ben ik er zomaar ingerold. Het leek me leuk om na mijn pensioen bij de bibliotheek te werken om mensen te ontmoeten maar ze hadden niks voor me. Wel stond er een vacature open bij een Taalcafé. Ik ben naar Taal Doet Meer gegaan en heb een leuk gesprek gehad. Je bent er geknipt voor zeiden ze. Door corona waren al die taalcafés dicht en die moesten ze weer opnieuw starten.”
“Ik probeer de deelnemers over hun spreekangst heen te helpen”
Nel ziet zichzelf vooral als gastvrouw die de mensen een warm gevoel geeft. Ze regelt wie bij wie aan een tafeltje komt te zitten. Er zijn mensen die al goed Nederlands spreken en er zijn mensen die nog erg worstelen. De ene vrijwilliger heeft een voorkeur voor het ene, de andere voor het andere. Nel coördineert dat allemaal zodat iedereen zich op zijn plek voelt en welkom.
“Het is heel veel stimuleren en benadrukken hoe fijn het is dat ze er zijn! Zo heb ik een vrouw uit Iran die helemaal geen familie heeft hier. Zij is zo blij met het taalcafé en zegt letterlijk: ‘Dit is mijn familie’. Hoe mooi is dat? Ze stuurt mij ook lieve berichtjes als ik ziek ben en is een echte schat.”
Nel houdt van andere mensen ontmoeten en leert daar zelf ook van. Zo kan ze uitgebreid bestuderen hoe een vrouw haar hoofddoek kunstig vastzet. “Ja, dan vraag ik dat. Dan blijkt dat met een klipje of magneetje vast te zitten. Dat vind ik leuk en dan ga ik naar de Kanaalstraat om zo’n dingetje te halen, want voor mij is dat ook handig. Zij doen het voor hun geloof maar in de jaren vijftig droegen dames hier ook een hoofddoek en ik vind het ook wel eens fijnals m’n haar niet verwaait. Of om m’n hals te bedekken…” Ze lacht samenzweerderig want we zijn allebei zestigplus en dan krijgen die halsjes rimpels. “Zo leren we van elkaar. Als we elkaar maar accepteren.”
“Gastvrouw zijn is mijn kracht.”
De taal kan soms wel een uitdaging zijn. Hoe leg je woorden en uitdrukkingen uit in het Arabisch? Nel geeft een voorbeeld met het woord ‘vreemd’. “Dan zeg ik ‘je man gaat vreemd’ en dan begrijpen ze het wel en moeten we heel hard lachen. We helpen elkaar ook, dat gaat soms verder dan taal. Zo is er een jonge vrouw uit Noorwegen, die werkt nu in een ziekenhuis in Nieuwegein. We hebben haar over een drempel heen geholpen en gestimuleerd om te solliciteren.”
Zo zijn de effecten van het Taalcafé zichtbaar in de taalvaardigheid die toeneemt. Sommige deelnemers doen examen en halen op deze manier hun niveaus B1 en B2. Vrijwilligers helpen hen met de voorbereidingen.
Nel heeft zelf een zoon met Down en is gewend om te zorgen, goed te luisteren en om geduld te hebben. Die eigenschappen komen haar in het Taalcafé van pas. “Ik probeer de deelnemers over hun spreekangst heen te helpen en ze zelfvertrouwen te geven. De andere kant kan ook wel eens geduld opbrengen om even te luisteren als iemand naar woorden moet zoeken. Dat is helemaal niet erg. Ik vind het belangrijk om sociaal te zijn, ook als ik mensen ontmoet in het winkelcentrum. Binnenkort ga ik op bezoek bij een vrouw die mij Arabische gerechten leert koken.”
“Het taalvrijwilligerswerk geeft me zo veel energie!”
“Mensen denken dat vrijwilligerswerk een verplichting is, maar het is geen probleem als je een keer niet kan. Je vraagt gewoon of iemand het kan overnemen. Met drie vrijwilligers sta je stevig en kun je op elkaar rekenen.”
Wat levert het Nel op om dit werkt te doen? ‘Heel veel energie! Ik sta weer in de maatschappij en heb een verhaal. Ik heb weer wat te vertellen en dat heb ik nodig. Het is mooi en dankbaar werk. Hoe blij mensen zijn als ze woordjes leren. Ze zijn ermee geholpen en gaan altijd blij weg. Dat is een meerwaarde. Ik ben eigenlijk helemaal niet zo goed in woordjes leren maar wel in gastvrouw zijn. Welkom heten is belangrijk. Dat is mijn kracht.”
Met Pasen maakte Nel zakjes met tien paaseitjes en een kaartje erbij met Vrolijk Pasen. Ook met kerst zal ze vast weer creatief uit de hoek komen voor haar mensen van het Taalcafé.
* Interview: Els Vegter, freelance schrijver/journalist en beeldend kunstenaar
Wil je net als Nel bijdragen aan de zelfredzaamheid en kansen van taalleerders in de Utrechtse samenleving? Word ook vrijwilliger bij Taal Doet meer! Als coach, mentor of coördinator help je mensen sterker te staan in onze mooie stad. Voor meer info, check onze vacatures.