De Nederlandse taal leren als nieuwkomer is absoluut geen sinecure. Alleen daarom al heb ik enorm veel respect voor de deelnemers die naar de taalgroep komen. We zijn immers geen officieel taalinstituut, we zijn taalvrijwilligers. Ze komen bij ons omdat ze dat willen en niet omdat ze dat moeten. Voor mij des te meer reden om plezier als uitgangspunt te nemen. Het is utopie om te denken dat de paar uur les per week een en al grappen en grollen zullen zijn. Maar het mag in ieder geval een glimlach op het gezicht toveren.
Een taalles kun je voorbereiden maar wat er in de les gebeurt, is iedere keer weer een verrassing. Een aangename verrassing. De groepsdynamiek speelt een grote rol bij de energie in de groep. Zo is er de overenthousiaste deelnemer die spontaan voor zijn beurt antwoordt. Ook is er de ongeduldige voorzegger: de deelnemer die na een aantal seconden het antwoord fluistert zodat degene die aan de beurt is eindelijk antwoord geeft.
De geeuwer is niet bepaald de energiebrenger, maar kan zorgen voor een onverwacht lachmoment. De praatgraag daarentegen zorgt juist voor een teveel aan energie. Ook daar kan humor een relevante stopfunctie hebben. Evenals bij de klager die elk antwoord begint met ‘het zal wel fout zijn’
“Zaken die voor ons doodnormaal zijn, zijn soms onverklaarbaar voor de taalleerder”
Naast de energie van de aanwezige deelnemers, zorgt ook de taal zelf voor de nodige hilariteit. Zaken die voor ons zo doodnormaal zijn, zijn onlogisch en soms onverklaarbaar voor de taalleerder. Het woord ‘hoor’ achteraan de zin met de daarbij behorende intonatie. Of het gebruik van het woord ‘eigenlijk’. En waarom is het tegenovergestelde van ‘goedkeuren’ niet gewoon ‘slechtkeuren’? Ont-leden zou toch keurig passen als betekenis van ‘geen lid meer zijn’? Zoals ont-staan een synoniem voor ‘zitten’ zou kunnen zijn. ‘Af-lopen’, dan ben je klaar met lopen. En waarom gaan we niet ‘te voeten’ maar ‘te voet’? We hinkelen toch niet? Zo kunnen we nog wel even doorgaan.
“Wat een verrijking om zo naar de Nederlandse taal te kunnen kijken”
Ook met een bepaalde werkvorm kan je de energie sturen. De boeken kunnen dan even lekker dicht. Met een stukje papier en pen kun je al samen werken aan een creatieve schrijfopdracht. Het resultaat is soms verbluffend. Van een eenvoudig maar hartverwarmend ‘elfje’ tot een mini-verhaal met een onverwacht, grappig slot.
Het zijn de spontane vragen en opmerkingen die mij altijd weer aangenaam verrassen. Ze doen me denken aan de nuchtere, verfrissende kinderlogica: ad rem en out-of-the-box. Wat een verrijking om zo naar de Nederlandse taal te kunnen kijken: als taalvrijwilliger door de ogen van een taalleerder. Dat tovert een glimlach op mijn gezicht.
* Deze column is geschreven door Enna, taalvrijwilliger met een passie voor schrijven
Wil je net als Enna bijdragen aan het zelfvertrouwen, de toekomstkansen en positie van mensen in de Utrechtse samenleving? Word ook vrijwilliger bij Taal Doet meer! Als coach, mentor of coördinator help je mensen sterker te staan in onze mooie stad. Voor meer info, check onze vacatures.