Het leven van een immigrant bestaat vaak uit verschillende talen, waarmee we gedurende de dag afwisselen. Thuis spreek ik Italiaans, inmiddels verrijkt met nuances in twee andere talen (Engels en Nederlands), en een beetje dialect. Buitenshuis gebruik ik het Italiaans alleen voor mijn studenten, maar dat is een andere taal: ik probeer de woorden te benadrukken, let op mijn regionale accent, vermijd ingewikkelde of informele termen en spreek vooral extreem langzaam. Het is een taal die ze prettig vinden, maar vaak heel anders klinkt dan de taal die we in Italië spreken.
Dan zijn er mijn andere twee talen, die gelijk verdeeld worden tussen mijn privéleven en daarbuiten. Nederlands is de taal van werkmails, telefoontjes, gesprekken met buren en over het algemeen gesprekken met alle Nederlanders om me heen. En dan is er het Engels, de taal van genot, welke de hele week in de kast wordt bewaard om te worden genoten met vrienden in het weekend. Het is als een stuk Sachertorte op zondagmiddag, mijn mojito op zaterdagavond.
“ De meeste van mijn vrienden heb ik leren kennen op Nederlandse cursussen ”
Dit komt omdat, net als veel andere expats, de meeste van mijn vrienden bestaan uit buitenlanders die ik heb leren kennen op Nederlandse cursussen. Dat is niet vreemd: terwijl de autochtonen meestal een druk schema hebben met verjaardagsfeestjes waar het moeilijk is om in te passen, hebben buitenlanders een meer open agenda. En dan zijn we constant op zoek naar nieuwe vrienden en voelen we ons op ons gemak omdat we meestal veel overeenkomsten hebben, waaronder behoorlijk vergelijkbare levenservaringen.
Een tijdje geleden vroeg een Nederlandse vriendin echter verbaasd: “Maar als jullie elkaar hebben leren kennen tijdens Nederlandse cursussen, en jullie moedertaal sowieso niet Engels is, waarom blijven jullie dan Engels met elkaar praten? Waarom geen Nederlands?”. Ja, waarom eigenlijk? Ik heb erover nagedacht en heb mezelf wat antwoorden gegeven.
“ Engels voor ons allemaal de tweede taal ”
Ten eerste is Engels voor ons allemaal de tweede taal. We hebben het als kinderen geleerd, verfijnd op de universiteit en ervan genoten met rockmuziek en het kijken naar onze favoriete films. Werkaanbiedingen voor buitenlanders vragen zelden om kennis van het Nederlands, dus velen hebben werk gevonden in de hoop het volledig te kunnen vermijden of het op hun gemak te leren. Voor diegenen die in kleinere steden wonen, kwam de rust echter al snel minder, omdat we beseften dat we ons moesten haasten om beter te kunnen communiceren met de wereld om ons heen.
Velen hebben de taal geleerd, alleen om de aankondigingen op het station en de e-mails van hun baas te begrijpen. Anderen zijn verder gegaan en lezen nu regelmatig boeken en kranten in het Nederlands. Maar vaak zijn ze blij om over te kunnen schakelen naar het Engels voor zondagmiddaggesprekken.
De belangrijkste reden is duidelijk: het is één ding om veel woorden en grammatica van een taal te kennen, maar iets anders om in staat te zijn emoties over te brengen in die taal. Voor de meesten van ons was Engels onze poort naar de wereld en meer dan alleen een schoolvak, het was een echte passie. Misschien kunnen we dezelfde genegenheid ontwikkelen voor het Nederlands, maar daar is wat tijd voor nodig.
“ Het is één ding om woorden en grammatica van een taal te kennen, maar iets anders om emoties over te brengen in die taal ”
De tweede reden is dat Engels – vooral het Engels dat door ons expats wordt gesproken – ons een unieke vrijheid biedt: het is een fantastische mix van woorden die we hebben gecreëerd op basis van onze talen, met een verzonnen uitspraak (een beetje Amerikaans, een beetje Brits, wie weet wat nog meer) en fantasiegrammatica. Maar we begrijpen elkaar perfect, kunnen echt over alles praten en onze emoties beschrijven alsof het onze taal is.
En inderdaad, juist omdat het toch niet onze taal is, voelt niemand zich ooit tekortschieten, corrigeert niemand de ander of voelt de noodzaak om excuses te maken omdat hij zich een woord niet herinnert. Het is een taal die de spanning van de schouders haalt, de geest ontspant en glimlachen oproept. Het is echt handig wanneer Nederlanders onze uitspraak corrigeren en ons helpen te verbeteren, maar ons leven kan geen eeuwige taalles zijn, soms is het moment van gezelligheid nodig, en Engels is de perfecte aanvulling op een kop koffie… ten minste totdat het Nederlands ook onze harten steelt.
* Deze blog is geschreven door Elena Basilio. Zij is Italiaanse en is vertaalster en taaltrainer. Ze schrijft over taal en cultuurverschillen.
Breng hem over als taalvrijwilliger! Door een ander te helpen met het keren van het Nederlands, werk je mee aan het zelfvertrouwen, de toekomstkansen en positie van taalleerders in de Utrechtse samenleving. Word ook vrijwilliger bij Taal Doet meer! Voor meer info, check onze vacatures.