Taal Doet Meer
#doemeermettaal

Laten praten bij een praatplaat!

Een praatplaat is een plaat waarop veel te zien is, denk bijvoorbeeld aan de welbekende van Haasteren puzzels.. Omdat er van alles gebeurt kun je over zo’n plaat heel veel zeggen. Omdat er geen tekst op de plaat staat, ligt de focus alleen op spreekvaardigheid. Erg handig materiaal dus! Wat kun je nou met zo’n praatplaat? En hoe laat je je deelnemers veel praten? Hier een aantal tips om het gesprek wat op gang te brengen:

Een praatplaat – hulpmiddel om de taal te leren

De praatplaat ‘Bij de dokter’ van Praten met Pim (www.pratenmetpim.nl)

Zie je wat ik zie? – beginners

Zeg wat je ziet en laat de deelnemers aanwijzen waar het gebeurt op de plaat. Je kunt hiervoor ook zoekplaten gebruiken. Dat zijn echt volle platen zoals de van Haasteren puzzels of de ‘Waar is Wally-platen’. Voor deze werkvorm hoeven deelnemers alleen te luisteren en te kijken. Handig voor echte beginners die zelf nog weinig spreekvaardigheid hebben.

Zie jij…. een dokter met een witte jas?
En zie je ook… een oude vrouw met groene schoenen?

Wat zie je? – beginners

Voor deelnemers die al een beetje kunnen spreken, kun je vragen: wat zie je allemaal? Beginners kunnen losse woorden zeggen, anderen kunnen misschien al in een korte of langere zin antwoorden. Daag deelnemers uit door een extra vraag te stellen.

Ik zie een man met een baby. – Wat voor kleren heeft de man aan? En welke kleur is het haar van de man?

Goede zinnen maken – (half-)gevorderd

Oefen met het maken van goede zinnen. Laat deelnemers om de beurt een korte zin maken die is opgebouwd uit ‘wie-wat-rest’. Zo oefen je een eenvoudige zinsstructuur en geeft de praatplaat inspiratie om zinnen te maken. Tegelijkertijd oefen je met het vervoegen van werkwoorden.

De hond zit naast de blinde man.
De jongen heeft een vieze neus.

Werkwoorden zoeken – (half-)gevorderden

Wat doen de mensen op de plaat allemaal? Hoeveel werkwoorden (of ‘doe-woorden’) kunnen jullie samen vinden? Maak een lijstje. Daarna kun je daar weer andere oefeningen mee doen. Inspiratie nodig? Klik hier voor oefeningen met werkwoorden.

zitten – spelen – prikken – vragen – wachten – snuiten – drinken – etc.

Vragen en antwoorden – gevorderden

Bespreek met elkaar wat je ziet en laat iedereen vragen stellen aan elkaar. Schrijf evt. de vraagwoorden (wie, wat, waar, wanneer, hoe en waarom) op het bord. Laat deelnemers om de beurt een vraag stellen aan elkaar. Soms staat niet alle informatie op de plaat en kun je dus zelf dingen verzinnen.

Wat doet de dokter bij de jongen? – Hij geeft de jongen een prik.
Waarom heeft de man een hond? – De man is blind.

Verhalen verzinnen – gevorderden

Hebben jullie samen een beetje fantasie? Verzin dan een verhaal over 1 persoon op de praatplaat. Wie is het? Waarom is hij/daar? Wat voelt hij/zij? Etc.

Deze man heet Erik. Zijn zoontje heet Bert. Bert is 2 jaar en hij heeft koorts. Erik is een beetje bang. Bert niet. Bert ziet een hond.

En jij?

Tenslotte kun je de praatplaat gebruiken als bruggetje naar de eigen situatie of ervaringen van deelnemers. Zoek daarom een praatplaat die past bij het thema waarover jullie praten.

En jij? Ga jij vaak naar de dokter? Ga je alleen of samen met iemand? Wat doe je in de wachtkamer? Etc.

Waar vind je praatplaten?

  • Op de website van pratenmetpim.nl staan een aantal praatplaten. Bijvoorbeeld over familie, het verkeer en de supermarkt.
  • Praatplaten zijn gratis online te vinden als je zoekt op ‘praatplaten NT2 + thema’.
  • En denk bijvoorbeeld ook aan de boeken van Charlotte Dematons, puzzels van Jan van Haasteren of prentenboeken. Misschien staan er in de bibliotheek wel mooie boeken die je kunt gebruiken.

Lees meer: