Tv-programma’s als Een Leven Zonder Letters en Duidelijke Taal laten ons zien hoe belangrijk taal is om mee te kunnen doen. Een taalbarrière verkleint de kansen op school en op de arbeidsmarkt en leidt tot een lagere levensverwachting, eenzaamheid en armoede. Alleen al in Utrecht hebben 30.000 mensen moeite met lezen en schrijven. Door al in de allereerste levensjaren met taal aan de slag te gaan, biedt stichting Taal Doet Meer Utrechtse kinderen eerlijke kansen voor hun verdere leven. Maar dat kunnen ze niet alleen: vrijwilligers zijn hard nodig.
Een gezin tijdens een Taalthuisbezoek (de personen op de foto komen niet in het verhaal voor). Foto: Oktay Kalenderoglu
Julia is zo’n vrijwilliger. Elke week gaat ze anderhalf uur langs bij Amir (2) en zijn moeder. Ze kletsen over opvoeding, lezen boekjes voor en doen zijn favoriete dieren na (van de kikker krijgt hij nooit genoeg). “Ik vind het heerlijk. Amir is zo’n lief en enthousiast kind en zijn moeder is ook zo lief. Ze hebben het niet breed, maar toch krijg ik zoveel terug voor mijn inzet. De keren dat ik met een heerlijke maaltijd naar huis ga zijn niet meer op één hand te tellen.”
Verschillen in taalbeheersing uiten zich al op jonge leeftijd, maar ouders hebben hier niet altijd grip op. Moeder Maram: “Mijn man spreekt voornamelijk Engels op zijn werk en we komen niet veel in aanraking met de Nederlandse taal. Wij kunnen Amir daarom niet voldoende ondersteunen in het ontwikkelen van zijn Nederlands.” Daarom is het gezin afgelopen zomer gekoppeld aan vrijwilliger Julia. Hun wekelijkse ontmoeting zet al snel zoden aan de dijk, want de slimme Amir pakt alles razendsnel op. “Omdat Amir er zo naar uitkijkt als Julia komt, kijk ik er ook naar uit. Na vijftien ontmoetingen zal het lastig zijn om afscheid te nemen.”
Met het project Lezen en Praten met je Kind verhoogt Taal Doet Meer het gevoel voor taal bij kinderen tussen de 0 en 3 jaar oud. Een Utrechtse vrijwilliger komt wekelijks bij het jonge gezin thuis. Samen met de ouders wordt ingezet op taalplezier: van voorleesrituelen tot spelletjes spelen en samen zingen.
Voor Roy Kreeftmeijer, directeur van Taal Doet Meer, is het één van hun belangrijkste projecten: “Kinderen kunnen pas vanaf 2,5 jaar naar de voorschoolse opvang, door wachtlijsten vaak nog later. Dan heb je die belangrijke eerste jaren al gemist. Een goede talige basis kun je niet vroeg genoeg leggen. Daarmee voorkomen we achterstanden op latere leeftijd, wanneer de verschillen veel lastiger in te halen zijn.” De urgentie neemt alleen maar toe: recent nog kopten de kranten dat de leesvaardigheid zorgelijk daalt. Een derde van de scholieren dreigt inmiddels laaggeletterd van school te gaan.
Door heel Utrecht zoekt de stichting bevlogen vrijwilligers om met ouders en jonge kinderen aan de slag te gaan. “Dat gaat heel laagdrempelig,” aldus Kreeftmeijer. “Een vrijwilliger hoeft absoluut geen pedagoog of taalkundige te zijn. Het gaat juist om die warme aandacht, meedenken met de ouders, samen aan de slag met boekjes, spelletjes, liedjes… Voor de ouders zelf zijn er lesbrieven om hun Nederlands te verbeteren. Zo heeft het hele gezin er baat bij.”
Maram: “Amir kent steeds meer woordjes en zijn taalbegrip groeit. Julia heeft boeken voor anderstaligen laten zien, zodat ook wij kunnen voorlezen. Het is heel fijn dat er een organisatie is voor kinderen zoals Amir. Ik wil niet dat mijn zoon het straks moeilijk heeft op school omdat hij niet goed is in de Nederlandse taal.”
Kun je anderhalf uur per week missen, wil je nieuwe energie opdoen en het verschil maken voor een gezin in jouw buurt? Dan staat Taal Doet Meer te springen om jouw inzet! Ervaring is niet nodig, Taal Doet Meer zorgt voor een training, lesbrieven, voorleesboekjes en spelmaterialen. Nieuwe vrijwilligers worden uitvoerig begeleid en kunnen gedurende het jaar deelnemen aan diverse workshops en evenementen. Een vrijwilligersbegeleider verzorgt de koppeling en gaat mee naar het gezin om kennis te maken.
Interesse of meer weten?
